Als je tijdens een vakantie door een andere stad loopt, ontdek je dikwijls tekstborden tegen een gevel. Ze herinneren de passant aan het geboorte- of woonhuis van een belangrijke inwoner, of aan een Nederlander of Europeaan die er enige tijd verbleef. In onze stad hebben wij eigenlijk maar één pand met zo'n tekstbord. Op 20 december 1859 werd in dit huis Toon (later: Antoon) der Kinderen geboren. Zijn moeder verdiende de kost door het maken van mutsen. Zijn vader had in Antwerpen en Parijs het goudsmeden geleerd en was bij zijn huwelijk begonnen met een eigen fabriekje. Toon, jongste van negen kinderen, haalde later jeugdherinneringen aan dit pand op. „Een ouderwetsch huis in de Vughterstraat, de straat waar de boeren met hun karren passeerden als ze naar de markt gingen, en waar de militairen langs kwamen. Vaag herinner ik me een paar achter elkaar liggende kamers met glazen afsluiting, duidelijker een werkplaats, waar de knechts werkten bij fornuizen, haarden, aambeelden, tonnen met donker water en puinsteen, een pletmachine, graveerijzers, de heele toestel van zware ijzerachtige gereedschappen, die bij het bewerken van zilver te pas kwamen. De fabriek zag uit op een binnenplaatsje, en daarachter liep de Dieze, een traag troebel water.” Een belangrijke gebeurtenis herinnerde De Kinderen zich later. Op een dag kwam namelijk de gehele zilverschat van de Sint-Janskathedraal naar het atelier om gewogen te worden. Het was een hele kar vol kostbaarheden! „De voornaamste gewijde vaten en kandelabers, cibories, kruisen, ampullen en Godslampen kwamen bij ons in huis.” Niet iedereen mocht daar zomaar aankomen; dat was enkel toegestaan aan de vader van Toon, waarbij eerst enkele van zijn vingers ('de voorste vingers van mijn vader') gewijd werden, vóór hij deze kerkelijke voorwerpen maar mocht aanraken! Eens had de vader van Toon zelfs een zilveren scepter in de hand van het Mirakelbeeld uit de Sint-Jan mogen plaatsen. Hiervoor moest het wonderbeeld naar het atelier in de Vughterstraat gebracht worden. Dit laatste had Toon kennelijk niet zelf meegemaakt, want hij vertelde dat zijn moeder het hem meegedeeld had. Vóór Toon acht jaar werd, stierf zijn vader: op 6 december 1867. Maar vlak daarvoor was het gezin naar de Postelstraat verhuisd. Toen hij veertien was ging Der Kinderen naar de kweekschool, waar hij de aandacht van zijn tekenleraar trok. Toon zelf kwam in die periode in aanraking met moderne kunst, onder andere met de opera Tannhäuser van Wagner. „Ik had nog nooit wat van moderne kunst gezien: er kwam niets in Den Bosch, er gebeurde niets..., 't was voor mij zuiver een openbaring.” In 1935 - in het kader van de festiviteiten rond het 750-jarig bestaan van de stad - plaatste burgemeester mr. Frans van Lanschot in het geboortehuis van de inmiddels beroemd geworden schilder een herdenkingssteen. De 75-jarige kunstenaar was daarbij niet aanwezig. Hij was ernstig ziek en zou enige maanden later overlijden. |
132. Een kunstenaar geëerd. Burgemeester van Lanschot onthulde in tegenwoordigheid van velen, onder wie mevrouw Der Kinderen, op 16 juli 1935 een eenvoudige gedenksteen voor Antoon der Kinderen (1859-1925), schilder van voorname kwaliteit, aan zijn geboortehuis Vughterstraat 116. Mejuffrouw Odewald, de toenmalige bewoonster van het huis, ontbloot de steen door het wegtrekken van een doek. Geheel rechts staat burgemeester mr. van Lanschot. De gedenksteen met opschrift: „Antoon der Kinderen werd op 20 december 1859 hier geboren” is nog te zien in de gevel van het genoemde pand. Een aardige bijzonderheid is nog, dat bakker Leo Odewald bij deze gelegenheid aan mevrouw Der Kinderen en aan burgemeester Van Lanschot gebak aanbood, in de vorm van de zo juist onthulde steen. |
1984 |
Henny MolhuysenOe gotte kèk daor : Schilder Anton DerkinderenBrabants Dagblad donderdag 20 december 1984 (foto) |
|
1993 |
Henny MolhuysenAchter de voorgevel : Vughterstraat 116Brabants Dagblad donderdag 15 juli 1993 (foto) |
1865 | F.I. Prétat (hoofdonderwijzer) |
1875 | J.W. Gast (partikulier) |
1908 | H. van Dorenmalen (mr. metselaar en aannemer) |
1910 | H. van Dorenmalen (mr. metselaar en aannemer) |
1928 | H. van Doremalen |
1865 | A.H. der Kinderen (graveer en zilversmid) |
1875 | A. der Rijdt (partikulier) |
1881 | A. van der Rijdt (partikulier) |
1899 | J. Simons Dzn. (mr. broodbakker) |
1908 | L. Odewald - D. Simons (brood- en banketbakker) |
1910 | L. Odewald (mr. bakker) - D. Simons - J. Simons (agent. en commissieh.) |
1928 | L. Odewald |
1943 | J.W.S.M. Koolen (bakker) |